Als natuurliefhebber is een bezoek aan IJsland een echt must! Van indrukwekkende watervallen tot ongerepte landschappen, immense ijskappen en bijzondere vulkanen, het land van ijs en vuur heeft het allemaal. IJsland is niet een land waar je zomaar naartoe gaat, bij veel mensen staat het land op de bucket list en een bezoek plan je dan maar één keer in je leven. Afgelopen juli ben ik er tien dagen geweest met m'n zus en in dit reisverslag vertel ik je alle ins en outs die ik geleerd heb over dit land tijdens mijn trip.
Tijdens onze 10-daagse roadtrip hebben we niet de hele rondweg van IJsland gereden. Dit is de route die de meeste IJsland-bezoekers afleggen, maar wij wilden niet elke dag van onze vakantie in de auto doorbrengen. Daarom hebben we voor een alternatieve route gekozen langs de zuidkust, met een kleine pauze in Reykjavík en een stuk langs de westkust van IJsland. Dit is het reisverslag van onze 10 dagen in IJsland.
IJsland heeft een oppervlakte van 103.000 vierkante kilometer en daarmee ongeveer drie keer zo groot als Nederland. Daarentegen heeft het eiland maar 372.500 inwoners, wat vergelijkbaar is met de stad Utrecht. Tijdens een reis naar dit bijzondere land hoef je dus geen drukke steden en dichtbevolkte dorpen te verwachten. Bij een trip naar IJsland staat de natuur centraal. Omdat het land zo dunbevolkt is, is een rondreis een perfecte manier om het land te ontdekken. De dorpen zijn piepklein en dus goed te bekijken in een paar uur. Plan daarom, uitgezonderd van Reykjavík, telkens maar één overnachting per plaats waar je verblijft. Veel meer is er gewoonweg per dorpje niet te zien! Om deze reden is vervoer ook cruciaal in IJsland. Wil je het land zelf verkennen, dan kun je een huurauto boeken. Daarnaast zijn er ook veel verschillende rondreizen via organisaties te boeken.
Qua weer is het belangrijkste in IJsland: laagjes! Binnen een uur kan het herfst, winter, lente en zomer zijn als je in het land op bezoek bent. Hoewel de maximale temperatuur niet enorm hoog zal worden, kun je bij mooi zonnig weer in de zomer soms in een T-shirtje rondlopen. Als daarentegen de lucht betrekt en de wind aantrekt, zijn een jas, muts en zelfs handschoenen geen overbodige luxe.
We vertrokken op zondag 23 juli voor 10 dagen naar IJsland. Dit is misschien niet de meest logische reisperiode, maar wij hebben de reisperiode bepaald afhankelijk van de prijzen van de vluchten. Vanaf Amsterdam vlieg je rechtstreeks naar IJsland, naar Reykjavík Airport. Dit vliegveld ligt trouwens niet in Reykjavík, maar in Keflavík. Keflavík ligt ongeveer 45 minuten rijden van de hoofdstad van IJsland. De vlucht duurde ongeveer 3 uur en daarbij moet je ook rekening houden met tijdverschil. In IJsland is het namelijk twee uur vroeger dan in Nederland. Deze dag duurt dus iets langer dan je gewend bent!
Onze eerste accommodatie hebben we geboekt vlak bij het vliegveld. Na het huren van de auto en een bezoek aan de supermarkt konden we inchecken en de volgende dag voorbereiden vanuit de hotelkamer.
Op de tweede reisdag van onze 10-daagse reis door IJsland stonden er drie stops op de planning. De eerste rit was ruim een uur naar de Kerið Crater, een oude vulkaankrater waar nu een kratermeer is ontstaan. Na vijf minuten lopen vanaf de parkeerplaats bereik je het blauw/groene kratermeer. Hier kun je helemaal omheen én zelfs in de krater lopen. De tweede stop was een klein traditioneel winkeltje in de buurt van Selfoss met allerlei producten van schapenwol. Þingborg Ullarverslun is een leuke stop als de winkel op de route ligt. Alle producten worden handgemaakt en dit zijn erg leuke souvenirs om mee te nemen. Let wel op de prijs: een trui, muts, sokken, etc. van echte schapenwol zijn niet goedkoop. Vergeet niet om te rekenen van IJslandse Kronen naar Euro 😉.
Daarna zijn we nog een uurtje doorgereden naar de eerste twee watervallen van onze 10-daagse reis door IJsland. Zo'n beetje alle toeristische trekpleisters liggen langs de rondweg, zo ook de watervallen: Seljalandsfoss en Gljufrabui. Als je aankomt op het parkeerterrein zie je meteen de grote Seljalandsfoss. Vergeet je regenjas en waterdichte schoenen niet aan te trekken, want je kunt zelfs achter de waterval langs lopen. Houd ook rekening met drukte: veel toeristen willen het geweld van dichtbij bekijken. Een tip is om na een bezoek aan de Seljalandsfoss nog eens 10 minuten verder te lopen naar de Gljufrabui. Deze is minder bekend, minder druk en misschien nog wel indrukwekkender. De Gljufrabui ligt verborgen in een nauwe kloof. Je kunt via stenen de kloof in om de waterval van dichtbij te bekijken. Na beide watervallen te hebben bewonderd, hebben we nog ongeveer één uur gereden naar het eerste ‘grotere’ dorpje. In Vík vind je veel accommodaties, eetgelegenheden en zelfs een grote outdoor-winkel om alle essentials die je in Nederland vergeten bent aan te schaffen. Outdoor-kleding in IJsland is niet goedkoop, maar heeft wel hele goede kwaliteit en is het dus zeker waard!
Na een rustige nacht in Vík en een uitgebreid ontbijt stappen we in de auto om de zuidkust van IJsland verder te ontdekken. Het bekende zwarte strand, een eerste kleine wandeling en een gletsjermeer staan op de planning. Voor het meest bekende zwarte strand van IJsland moeten we een klein stukje terug. Reynisfjara Beach ligt vlak voor Vík en je kunt hier ook een mooie grot bekijken, de Hálsanefshellir Cave. Dit ritje van ongeveer 15 minuten was het zeker waard. Op het strand konden we niet alleen de prachtige natuur bewonderen, ook zagen we tientallen papegaaiduikers op de rots zitten. Deze bijzondere vogels zijn alleen te zien in IJsland en we wilden deze diertjes zo graag in echt zien! Hellemaal happy rijden we in ongeveer een uurtje richting Fjaðrárgljúfur. Dit is een ongeveer 2 miljoen jaar oude kronkelende rivierkloof en vanaf de parkeerplaats kun je ongeveer 20 minuten langs de kloof omhooglopen richting een waterval. Onderweg heb je vanaf veel plekken een waanzinnig uitzicht, helaas was het bij ons best wel bewolkt en regenachtig.
Na de wandeling zijn we ruim anderhalf uur doorgereden naar het gletsjermeer van de Jökulsárlóngletsjer en Diamond Beach. Tijdens deze rit konden we de grootste ijskap van IJsland al goed bewonderen. Het meer van Jökulsárlón is gevuld met smeltwater van het gletsjerijs en enorme ijsbergen. De ijsblokken drijven in het lichtblauwe water en dit zorgt voor een bizar beeld. Je kunt het gletsjermeer van twee kanten bekijken, als je goed kijkt kun je zelfs zeehonden in het water spotten. Richting de kust kun je ook nog naar Diamond Beach, een strand waar vaak ook ijsblokken aanspoelen die afgevoerd worden vanuit het meer naar de zee. Na Jökulsárlón zijn we nog ongeveer een uur doorgereden naar Höfn, een klein havendorpje. In en om Höfn kun je verblijven in veel accommodaties, in het centrum heb je ook enkele restaurants. In dit vissersdorpje kun je voornamelijk vis eten en aanbevolen wordt langoustine en kreeft. Wij hebben heerlijk gegeten in het Pakkús en hebben na het eten nog een bezoek gebracht aan een uitzichtpunt langs de kust.
Wil je de complete ringweg van IJsland rijden? Dan is dit het punt waarop je ook richting de oostkust en naar het noorden verder kunt rijden. Onze uitgestippelde route wijkt af van de traditionele route. Wij hebben er echter voor gekozen om terug te keren naar Reykjavík en ook een paar dagen zonder auto van onze vakantie te genieten. Het is wel mogelijk om binnen 10 dagen alle kanten van IJsland te bekijken, houd er dan alleen rekening mee dat je elke dag enkele uren in de auto doorbrengt.
Höfn is van onze roadtrip van 10 dagen door IJsland het meest zuidelijke punt. Op de 4e dag zijn we aan de reis terug naar Reykjavík en de westkust begonnen. Vanwege een extra activiteit zijn we extra vroeg opgestaan. De ijskap die we op dag drie vanuit de auto konden bewonderen, wilden we ook van dichtbij bekijken en om 10 uur stond er een gletsjerwandeling op de Falljökullgletsjer gepland. Vanuit Höfn reden we in ongeveer 2 uur naar het startpunt en onder begeleiding van een gids zijn we te voet de gletsjer op gegaan. Een uitloper van de grote Vatnajokull ijskap, waar gidsen wandelingen mogen organiseren, is de Falljökull gletsjer (falling glacier). Goed ingepakt en met stijgijzers onder onze voeten konden we uiteindelijk tot zo’n 400 meter op de gletsjer lopen. Het bijzondere aan IJsland is dat de ijsval van de gletsjers erg laag ligt. Zonder uren te hoeven lopen, kun je veel fases van de gletsjer bekijken. Zo werden we geleid naar een moulin en konden we door een kleine gletsjerspleet lopen.
Na deze indrukwekkende ervaring zijn we in de auto gestapt richting Reykjavík. Om de reis van zo'n 4 uur te onderbreken, zijn we nog gestopt bij de Skógafoss waterval. Voor mij was dit een van de mooiste plekken die we in IJsland bezocht hebben. De kracht van de natuur is hier zo duidelijk te zien. De Skógafoss kun je van beneden bekijken, maar er is ook een pad langs de rechterkant van de waterval omhoog naar een uitkijkpunt. Na een stop van ongeveer 30 minuten hadden we nog een rit van ongeveer 2 uur voor ons richting Reykjavík, de hoofdstad van IJsland.
Na drie dagen reizen met de auto was het tijd voor een kleine pauze en verandering van omgeving in de hoofdstad van IJsland. Even niet alleen maar kilometers maken, maar Reykjavík ontdekken. Op de eerste dag hebben we in de ochtend Reykjavík te voet bekeken. Onder andere de kerk en haven van Reykjavík zijn erg mooi om te bezoeken. Daarnaast kun je heerlijk slenteren door de straten en winkeltjes bekijken. Op de eerste middag stond walvissen spotten op de planning. De boottocht duurde ongeveer vier uur, maar helaas hebben we geen walvissen gezien. Gelukkig kwamen er wel een aantal wilde dolfijnen dicht bij de boot.
Op de tweede dag in Reykjavík brachten we eerst een bezoekje aan de Perlan, een interactief museum over het ontstaan en alle natuurfenomenen van IJsland. Hier kun je op een erg leuke manier meer leren over het land. Een echte highlight hier zijn de shows die gegeven worden. In het planetarium kun je kijken naar een video over het Noorderlicht en er is ook een video met uitleg over de vulkaanuitbarstingen op IJsland. Ook is er in het Perlan een ijsgrot nagebouwd waar je veilig doorheen kunt lopen en ervaren hoe dit is. 's Middags werden we bij onze accommodatie opgepikt voor een ritje op de rug van een IJslander (paardenras uit IJsland). Zo’n 20 minuten buiten de stad ligt een stal waar de pony’s op ons stonden te wachten voor een twee uur lange rit door het vulkanische landschap. We vertrokken met een groep van ongeveer 25 deelnemers, maar na ongeveer 20 minuten werd de groep verdeeld in kleinere groepjes met beginners en gevorderden. Wij gingen mee met de gevorderden groep en zetten de tocht voort in afwisselend stukken stap en tölt. Dat laatste is een speciale gang die alleen IJslandse paarden hebben.
Na twee dagen in Reykjavík heb je de stad wel gezien. Daarom werd het op dag 7 tijd om weer in de auto te stappen en een stuk langs de westkust van IJsland omhoog te rijden. Het doel van deze dag? Lekker wandelen (want het was bijzonder mooi weer), zeehonden spotten en een van de meest bekende bergen van IJsland op de foto zetten. De reis begon met een rit van anderhalf uur naar het Ytri Tungastrand. Dit strand staat bekend als chill-plek van zeehonden en na nog geen 10 minuten lopen zagen we de eerste al liggen. Na een klim over allerlei stenen kun je best wel dicht bij de zeehonden komen. Na een uur bij de zeehonden te zijn geweest, hebben we nog een half uurtje gereden naar Arnarstapi om hier een korte hike langs de kust te maken. Tussen de kleine plaatsen Arnarstapi en Hellnar ligt een mooi pad van 2,5 kilometer lang die je heen en weer kunt lopen. Wij zijn gestart in Arnarstapi en gelopen richting Hellnar, waar we hebben geluncht op het terras van een klein traditioneel restaurantje.
Na 40 minuten rijden door prachtig bergachtig landschap kwamen we bij een van de bekendste bergen van IJsland. De Kirkjufell is een echt boegbeeld van het land en daarom ook de meest gefotografeerde berg. Het is ook wel echt een plaatje! Onze verblijfplaats voor deze nacht was nog 30 minuten rijden verderop in Stykkishólmur. Dit was een van de leukste dorpjes die we onderweg gezien hebben in IJsland. Weer erg klein, maar knus en erg kleurrijk. Stykkishólmur ligt aan het water en als je een stukje richting de vuurtoren loopt, heb je een mooi uitzicht over het dorpje.
Een volle planning, dus vroeg op! Vandaag een langere hike naar een van de grootste watervallen in IJsland. Vanuit Stykkishólmur is het ongeveer twee uur rijden tot het beginpunt van de hike naar de Glymur waterval. Een avontuurlijke autorit door de bergen en zo was de hike ook. De hele route is ongeveer 7 kilometer lang en wij hebben hier zo’n 3 uur over gedaan. Richting de waterval hebben we de zwarte route gekozen en zo zijn we langs de rand van de waterval omhoog gelopen/geklommen. De soms best wel steile stukken waren het helemaal waard toen we steeds verder boven kwamen. We liepen helemaal tot het valpunt van de waterval en zelfs iets verder, want je moet zonder schoenen door het water om naar de overkant te komen. Aan de linkerkant van de waterval kun je dan weer afdalen naar de parkeerplaats. Aan deze kant hebben we voor de iets makkelijkere rode route gekozen die een stukje verder weg van de waterval naar beneden loopt. Deze indrukwekkende hike kunnen we aan iedereen aanraden!
Na de hike zijn we in zo'n 1,5 uur naar de twee actiefste geisers op IJsland van dit moment gereden, Geysir en Stokkur. Stokkur is het meest actief en spuit water om de 4 tot 6 minuten zo’n 15 tot 20 meter de lucht in. Geysir, de grootste geiser van IJsland, is helaas minder actief en daarom hebben we deze dus ook niet in actie gezien. Daar moet je echt mazzel voor hebben. Na de geisers zijn we nog een uurtje doorgereden naar zuidwestelijkste puntje van IJsland. In de buurt van Keflavík ligt de Blue Lagoon, een van de 25 wereldwonderen en zeker een must om te bekijken tijdens je trip door IJsland. De Blue Lagoon is een prachtige lichtblauwe, geothermisch verwarmde spa. Het water komt diep uit de aarde en is zo’n 40 graden. Je kunt hier ontspannen, ronddobberen en een masker uitproberen. De Blue Lagoon ligt in een vulkanische omgeving en is omringd met zwarte rotsen. Het water bevat verschillende microalgen, silica en mineralen die, zoals men zegt, bijzonder goed voor je huid zijn.
Op onze laatste dag hebben we de regio rondom Keflavík verkend. 's Ochtends zijn we in de auto gestapt richting de vulkaan die op dit moment actief is op IJsland. Er zijn veel toeristen die naar de actieve krater lopen om deze in actie te zien. Vanaf de parkeerplaats van de Geldingadalir vulkaan moet je zo’n 3 tot 4 uur wandelen om bij de actieve vulkaan Litli-Hrútur te komen. Wij hebben ervoor gekozen om deze hele weg niet af te leggen, maar zijn wel gaan kijken bij de plaats waar de uitbarstingen een aantal jaar geleden waren. Na een uurtje kwamen we uit bij een uitkijkpunt, waar we de oude lavastromen goed konden zien. Na deze wandeling zijn we naar de kust gereden om de oudste vuurtoren van IJsland te bekijken. Tot slot stond nog de ‘Bridge between continents’ op het programma, de plek die precies boven het punt waar de Amerikaanse - en Euraziatische aardplaten uit elkaar schuiven.
Voldaan zijn we op dag 10 weer teruggereisd naar Nederland. Houd er tijdens de terugreis naar Nederland rekening mee dat je weer twee uur vooruit gaat en de dag dus extra kort is. Als het 12.00 uur in IJsland is, is het al 14.00 uur in Nederland. Wij kijken terug op een prachtige reis door een indrukwekkend land! Voor natuurliefhebbers hoort IJsland zeker thuis op de bucket list.
Of het nu gaat om een tripje naar de zon of naar de sneeuw, voor Anne is het al goed als je op de bestemming maar uitgebreid foto’s kunt maken en iets nieuws kunt ervaren. Er bestaan zoveel mooi plekken op de wereld en er is dus ook nog zo veel om te ontdekken. Waar de volgende vakantie heen gaat? Dat is bij Anne altijd op tijd geregeld, want haar wensenlijstje is erg lang! De enige bestemming waar ze zeker jaarlijks altijd een paar vakantiedagen voor opoffert is haar geboorteland: Oostenrijk.
